Een Shoot the Moon site
laatst bijgewerkt op:
14 juni 2022
© 2022
Nadat Boudewijn de Groot zonder succes al drie eigen composities (en met teksten van
Lennart Nijgh) op single had uitgebracht (Strand, Élégie prénatale en Noordzee),
scoorde hij zijn eerste hit met een door hemzelf vervaardigde vertaling van Une
enfant (door Charles Aznavour geschreven voor Edith Piaf): Een meisje van 16.
Daarna volgde tot 1973 een onafgebroken reeks van hits waarvan de meeste (inclusief
de B-kanten!) op het Meezingersrepertoire staan: Welterusten meneer de
president, Het land van Maas en Waal, Verdronken vlinder, Prikkebeen, Eva,
Waterdrager, Als de rook om je hoofd is verdwenen, Beneden alle peil en
Jimmy.
Ze woonde in een villawijk
Haar ouders waren stinkend rijk
Toch was daar niets meer dat haar bond
Ze gaf zich aan een vagebond
Die sprak van liefde, 't oud verhaal
En zij geloofde het allemaal
Zo ging ze weg, ze nam niets mee
Alleen haar jeugd en het idee
Dat hij haar man was, zij zijn vrouw
En het altijd zo blijven zou
Arm kind, zestien lentes zo pril
Ach, wat lig je hier stil
Langs de kant van de weg
Ze trokken voort van stad tot stad
Omdat hij ruimte nodig had
Het zwerversleven was te zwaar
Niets voor een kind van zestien jaar
Haar liefde was haar levenslot
Ze ging er langzaam aan kapot
Ze kon de hartstocht niet weerstaan
Moest tot het einde verder gaan
Ze was geen kind maar ook geen vrouw
En wist niet wat er komen zou
Arm kind, zestien lentes zo pril
Ach, wat lig je hier stil langs de kant van de weg
Ze werd vermoeid, zag bleek en vaal
Verloor haar jeugd, haar ideaal
Alleen haar liefde bleef bestaan
Toen ging hij weg bij haar vandaan
Toch had ze kunnen weten dat
Hij niet genoeg aan liefde had
Dat op een dag hij weg zou zijn
Hetzij alleen met spijt en pijn
Dat hij zolang een meisje had
Als stormwind speelt met een enkel blad
Arm kind, zestien lentes zo pril
Ach, wat lig je hier stil langs de kant van de weg.